versiering gemoffeld, maar de aanleiding tot deze wijze van werken was het zoeken naar fijne kleuren en nu ances om Chineesche veelkleurige zoowel als Saksische en andere Europeesche porseleinen na te maken. Wat het witte „Delftsch" aangaat, waaraan door sommigen bijzondere belangstelling is gegeven, er zijn stukken, zooals bij voorbeeld plooischotels en kannetjes, die een zeer mooi wit te zien geven, maar men moet be denken dat er naast eenvoudig gebruiksvaatwerk nogal wat voorwerpen onder zijn, die wit zijn gebleven, om dat zij toevallig niet beschilderd zijn geworden1). B LA UW DELFTSCH Frederik van Frijtom en vroege gedateerde stukken. Terwijl vroeger een bespreking van het „blauwe Delftsch" of blauw op wit, met het werk van Aelbrecht de Keyser moest beginnen, omdat het merk _/V-uit diens naamletters werd verklaard, doen wij thans het best het eerst onze aandacht te vestigen op eenige ge dateerde stukken. Wij hebben dan tegelijkertijd een geschikten overgang van de tegels tot het vaatwerk, omdat onder de vroege stukken „Delftsch" het werk voorkomt van den uiterst bekwamen plateelschilder Frederik van Frijtom, die een zeer grooten tegel met landschap, in het Rijksmuseum te Amsterdam, afb. 34, met zijn vollen naam F. v. Frijtom signeerde. Wel heeft hij den met de grootste zorg en technische be kwaamheid geschilderden tegel niet gedateerd, maar om dit stuk kunnen verschillende andere gegroepeerd wor den, die alle omstreeks 1660 zijn gemaakt, terwijl over Van Frijtom bekend is dat hij van omstreeks 1658 af in Delft woonde en werkte. In den inventaris van den boedel van den in 1691 overleden Lambertus Cleffius 1) Over Wit „Delftsch" zie men Het Huis Oud en Nieuw 1913, blz. 321, Mr F. E. Vlielander Hein, Over oud wit Delftsch aardewerk. 116

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 121