mogelijk op den duur iets verder te komen. Wij mer ken nog op dat ook schotels en ander vaatwerk met eenzelfde patroon verschillende merken dragen, zooals bij voorbeeld de blauwe borden met het reigerpatroon en de pauwenveerborden. Nog grooter zijn de moeilijk heden bij de groote massa van ongemerkt aardewerk. Wij gaan bij ons overzicht ook thans weer uit van bet aardewerk zelf zonder de traditie, die zich heeft ge vormd, meer dan noodzakelijk te verlaten. Bij elk ge merkt voorwerp géven wij het merk in den fond naast het voorwerp weer, zoodat voor een ieder de merken ter vergelijking beschikbaar zijn. Onze voorbeelden zijn weer min of meer door de omstandigheden bepaald. De verzamelingen, die aan de schrijfster goed bekend zijn en waar goede negatieven van het aardewerk bewaard worden, hebben de meeste voorbeelden voor onze af beeldingen geleverd. Voor het ,.Delftsch" is dit wel hoofdzakelijk het Rijksmuseum te Amsterdam, waarin naast een reeds aanwezige goede collectie indertijd de bekende verzameling Loudon een plaats vond. Zoowel van blauw op wit als van polychroom aardewerk is hier een goed overzicht te verkrijgen. Thans zullen wij ons het eerst met het wit met blau we, het „blauwe" Delftsch, bezighouden, dat ook inder daad ouder is, of liever waarvan de vroegste stukken ouder zijn dan het veelkleurige „Delftsch". Na het blauw laten wij het veelkleurige aardewerk volgen, ingedeeld naar de techniek in drie groepen: 1°. alle kleuren met en in het glazuur in het volle vuur gebakken; dit zijn vooral blauw, roodbruin tot rood, geel, groen, paars en ook zwart. 2°. enkele in het volle vuur gebakken kleuren (meest blauw), voorts andere, die geen groote hitte konden verdragen en in een tweede, lichter vuur later zijn ge bakken (gemoffeld)hieronder vooral krachtig rood, groen, goud en ook tusschentinten. 3°. louter op het glazuur in licht vuur gebakken kleuren; hier werd tenslotte wel voor het gemak alle 115

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 120