selein" in het midden der 17de eeuw. Wij behoeven hier
nauwelijks onze klacht te herhalen over het gemis aan
lijsten met merken van de plateelbakkers om de tee-
kens op het aardewerk te verklaren. Wij kunnen slechts
met weinig gegevens werken en zullen ons daarbij goed
rekenschap moeten geven van de beteekenis der mer
ken. Immers het zijn in hoofdzaak fabrieksmerken die
ons tenminste iets over de plateelbakkerijen, waar de
gesigneerde stukken gemaakt zijn, vertellen. Zien wij
bij het fabrieksmerk een monogram, dan zijn wij weer
een stap verder. Maar dergelijke combinaties zijn zeld
zaam. Het feit, dat er plateelbakkerijen zijn, die wel
anderhalve eeuw hebben gewerkt, maakt de beteekenis
van zoo'n fabrieksmerk trouwens niet bijzonder groot.
Maar veel aardewerk is slechts met enkele letters ge
merkt. Nummers zijn wel meestal telnummers van de
fabriek. En monogrammen hebben ook nog zeer ver
schillende beteekenis. Zij kunnen een ons onbekend
fabrieksmerk voorstellen of initialen van eigenaar of
eigenaars van een fabriek, of de voorletters van een
meesterknecht, of het monogram van een plateelschil
der, of tenslotte een combinatie van een of meer van
deze, waarbij wij er rekening mee moeten houden, dat
zoowel eigenaars als knechts vaak wisselden, terwijl de
eigenaars dikwijls niet zelf het vak beoefenden. Geluk
kig hebben wij hier en daar wel eenige aanknoopings-
punten, waarvan wij bij de bespreking van het aarde
werk gebruik kunnen maken. Daarnaast blijft nog de
kans dat een merk nagemaakt is geworden. De resolu
ties tegen het namaken van merken zijn er om ons daar
aan te herinneren. In de laatste tien jaren zijn wij met
de verklaring der merken wel iets verder gekomen, maar
naar verhouding van het aantal is die vordering niet
zoo heel groot en de kans op volledige verklaring is
wel uitgesloten. Terwijl onder liefhebbers en in den
kunsthandel nog steeds de neiging bestaat aan oude
onjuiste verklaringen vast te houden, zullen wij in dezen
voorzichtigheid blijven betrachten. Alleen zoo is het
114