112
dezen bezaten hun Delftsch zoowel als Chineesch por
selein. In de voorhuizen en gangen hingen de rekken
met borden, of met borden en aan hun oor hangende
kannen. Bij de plateelbakkers zagen wij daar ook de
pyramiden en de groote stellen staan. Maar ook in de
kamers is aardewerk te vinden. Het staat er op de
schouw, de kast, op een rek, zelfs op de bedstede en
den kapstok. Eerst veelal borden en kommen en daar-
tusschen vazen. Soms wel al drie vazen afgewisseld
met kommen. Op den duur komen de stellen vazen en
pullen meer en meer in zwang. Paape laat ons op zijn
boven afgebeelde prentjes zelfs twee stellen van zeven
stuks zien, die gereed staan in de werkplaats van den
plateelbakker om beschilderd te worden, maar wij ken
nen meest stellen van vijf stuks. In de plateelbakkers
inventarissen, maar meer nog door de stukken die er
bewaard bleven, wordt vervolgens onze aandacht ge
vestigd op de tegelschilderijtjes, tegeltableaux en
muurplaten. Op de schilderijen, waar wij de andere
soorten aardewerk wel aantreffen, herinneren wij ons
niet deze wandversiering te hebben gezien; maar wel
licht zou een doorgezet zoeken voorbeelden aan het
licht brengen. De beeldjes en andere siervoorwerpen
moeten wij hier ten slotte niet vergeten.
En wie behalve de plateelbakkers, die zelf ook veel
porselein, „Oostindisch" porselein, dat is Chineesch en
Japansch bezaten, waren de gebruikers van al dat aar
dewerk? Want echt porselein werd toch verkozen en
vooral in den beginne, toen de groote aanvoer uit verre
landen het verlangen naar het technisch zoo volmaakte
materiaal versterkte. Over het geheel komen wij bij het
beantwoorden van deze vraag terecht in een vrij een
voudig milieu.1) Dat lijkt den verzamelaar nu vreemd,
maar het is zoo. Wie zich geen Chineesch of „Oost-
Indisch" porselein kon veroorloven, kocht „Delftsch"
of „Hollandsch porselein". Maar ook wie een patroon
O Dit geldt tenminste voor ons land, waar veel Oost-Azia
tisch porselein werd ingevoerd.