in later tijd nog geometrische patronen worden geschil derd, zijn dat vrij nuchtere kwadraten en ruiten. Een op zichzelf staande soort zijn de tegels met doorge vlochten gestyleerd arabeskachtig rankornament in goudgeel luster uit de late 18de of begin 19de eeuw, in het Rijksmuseum te Amsterdam, welke ook in paars, zonder luster voorkomen. Men beschouwt ze echter zonder zeker bewijs - als Utrechtsch werk, omdat ze in Utrecht zijn gevonden. Vermelden wij nog dat er ook wel tegels voorkomen met glazuur en ornamentrandje op een der zijkanten, welke blijkbaar door de plaatsing in het gezicht kwam. Terwijl deze tegels in tegelbakkerijen en tegel- en gleibakkerijen werden vervaardigd, hebben ook wel pla teelbakkerijen als „de Roos" in Delft, tegels gemaakt. Of wij hier met een fijnere kwaliteit moeten rekenen is niet zeker; in later tijd is dit zeker niet het geval. Voorts kennen wij de soort met moffeltechniek, die wij beter bij het „Delftsch" kunnen bespreken. Wij hebben hierboven de aandacht slechts op een betrekkelijk ge ring aantal patronen kunnen vestigen. De oneindige variaties en combinaties kunnen wij het best aan de tegels zelf of aan de mooie gekleurde afbeeldingen van Vis en de Geus bekijken. Zij bieden een zeer boeiende afwisseling, geven echter, naast veel dat smaakvol is, ook heel wat dat meer curieus is dan wel mooi, al blijft dan ook het materiaal der oude tegels steeds aantrek kelijk. Vooral de oudere patronen en combinaties van kleuren zijn prachtig. Bij het bezien van die vele pa tronen in blauw, geel, oranje, bruin, groen en paars tegen wit is het alsof men de deeltjes gekleurd glas in een kaleidoscoop voortdurend van plaats ziet ver wisselen in eindelooze en steeds weer verrassende sa menvoeging. 98

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 103