ren en hoekvulling van gestyleerde lelies toonen onze
afbeeldingen 24 en 25. Zij zijn in 1940 in Rotterdam
bij het puinruimen te voorschijn gekomen. Met hoek
vulling van een soort leliemotief, maar ook van haak
jes, waarbij de herinnering aan Chineesch voorbeeld
duidelijk is, ziet men vervolgens gekleurde vogels en
bloemen op tegels, die uit denzelfden tijd moeten zijn,
toen reeds onder den invloed van het ingevoerde Wanli-
porselein dergelijke tegels ook in enkel blauw op wit
werden geschilderd.
In den loop der 17de en 18de eeuw wordt de hoek
vulling, zooals de lelie en andere motieven steeds vluch
tiger; soms wordt het hoekmotief tot een spinnekop-
klein rozetje1) of wordt het geheel achterwege gelaten.
Blijkens het jaartal 1636 op een tegel met bloemvaasje
in Rotterdam, is al vrij vroeg die vluchtige hoekvulling
te vinden. Een zeer fijn geometrisch patroon met lelies
op de hoeken, dat overeenkomt met onze afb. 14, da
teert echter uit ongeveer hetzelfde jaar, aangezien op
de achterzijde van een der tegels het jaartal 1635 voor
komt.
Terwijl in den beginne vooral het decoratieve orna
ment op den voorgrond treedt en dit ook bij figuur
voorstellingen toch altijd een rol blijft spelen, krijgt
op den duur de inhoud der voorstellingen meer betee-
kenis. Deze tegels werden meest in blauw op wit en
vervolgens ook in paars op wit uitgevoerd. De scha
bionen of „sponsen" werden naar prenten en prenten-
reeksen gemaakt en doorgeprikt, de kleine hoekvullin
gen uit de hand er snel aan toegevoegd of geheel weg
gelaten. Het is deze lang niet altijd heel kunst- en
smaakvolle soort, die toch zeer in trek is geweest blij
kens de vele tegels, die er van bewaard zijn gebleven.
Allerlei voorstellingen worden nu gekozen. Bijbelsche
voorstellingen en andere tafereelen, „historiën" ge-
1) In den kunsthandel onderscheidt men deze tegels wel
naar de hoekmotieven als ossekopjes (ontstaan uit de lelie),
bijtjes, spinnekopjes enz.
96