78 afkomstig), 's Gravenhage Groote kerk (1769, in 1881 vervangen), Arnhem (1770, door Wagner in Saksen royaal gebouwd in een curieuze Rococo-kast), Helmond St. Lambertuskerk (1773, uit Averbode's abdij over gebracht en door Smits o.m. met een prachtig pedaal vergroot), Nijmegen (1776, door L. König te Keulen), Middelburg Oostkerk (1779, in Kortrijk gebouwd), de wonderlijke ombouw van Monnikendam in 1780. De orgels, die J. B. Ie Picard uit Luik, in Limburg bouw de (o.m. te Thorn, Weert en Roermond x)vertoonen ook sterk het, Fransche, Rococo-type. Hetzelfde geldt voor het werk van A. Meere te Utrecht (die in 1828 het Rotterdamsche orgel eindelijk voltooide, sinds 1845 Nederlands grootste orgel, dat met zijn 72 stemmen en drie 32-voeten in de oorlogsdagen van 1940 spoorloos onderging), en van H. H. Freytag te Groningen (Zuid broek 1795). Reeds uit deze opsomming blijkt, dat in de tweede helft derl8de eeuw allerminst een malaise in onze orgelbouw kunst valt waar te nemen. Terwijl clavicymbel en cla- vichord steeds meer door het nieuwe hamerklavier wor den verdrongen, doet men daartoe vaak door Mae- cenassen in staat gesteld talrijke groote orgels bou wen, mede om den zang van de in 1773 opnieuw berijmde psalmen krachtiger te kunnen ondersteunen. Waren de Hollandsche vaklui aanvankelijk door den bravour van den Duitschen Barok-orgelbouw overbluft, thans zijn ze met deze ideeën vertrouwd geraakt en gaan ze deze zelfstandig uitwerken,2) in een nationalen ge matigden trant, die nog tot ver in de 19de eeuw den toon zal aangeven. De disposities der manualen worden wel meer op 8-voets basis gelegd, en die van het pedaal op 16-voets, de vulstemmen gaan minder repeteeren en krijgen meer 1) Van deze orgels bleven in Thorn en Weert slechts enkele stemmen gespaard. 2) Zooals de schrijfsters Wolff en Deken haar werk als „niet vertaalt" aankondigden.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 98