M aar de machtige dramatiek der Barok moest, als
iedere krachtsontplooiing, over zijn hoogtepunt heen-
raken. Gaandeweg ging dit bruisend allegro over in een
luchtig scherzo. Aan den Barokken zwier ging de be
zieling ontvallen, zoodat hij in plaats van element tot
ornament van het leven werd. Onze burgerij, die in de
weelde aan geestkracht had verloren, oriënteerde zich
naar het buitenland, en volgde den Franschen galan
ten stijl en de Duitsche „Aufklarung" na. Ze was
daarin trouwens door het hof van Willem III reeds
voorgegaan. Verscheidene buitenlandsche kunstenaars
vestigden zich in onze Republiek. Zoo kreeg onze cul
tuur nog meer deel aan den internationalen stijl, die
zich academisch in allerlei regels en détails ging vast
leggen, en de persoonlijke verantwoordelijkheid onvol
doende besefte. Bij zulk een veruitwendiging moesten
theorieën als van Condillac over de zintuigen en ge
waarwordingen, en van een Batteux over het aesthetisch
principe der natuurnabootsing een vruchtbaren bodem
vindenhet wezen van kunst was de zuivere nabootsing
der natuur. Op vormelijke wijze verstaan, werd de
natuur slechts als een idylle uitgebeeld; men vermeide
zich in een sentimenteele en decoratieve romantiek van
herders, liefde, scherts, wijn, beekjes, enz.
HOOFDSTUK VI
VERFIJNING
(1750-1800)
In die wereld van schijn wilde men leven; daartoe
werden de kamerwanden met pastorale behangsels over
trokken, kwam in hout-, steen- en stuc-werk het ner-
veuse schelp-motief met zijn grillige S- en C-vormen,
en in étiquette, herderdichten, vuurwerk en tuinaanleg
kan men die verfijnde vermenging van natuurlijke on
schuld en keurige vormelijkheid terugvinden.
72