gedaante gebracht, na allerlei moderniseeringen in 1938
in den Barokstijl teruggebracht, met een vrij pedaal
voorzien, en zonder kast voor den duur van de kerk
restauratie in het koor opgesteld.
Man. I (Rugwerk)Praestant 8, Bourdon 8, Octaaf 4,
Roerfluit 4, Superoctaaf 2, Sifflet 1, Sesquialtera disc.
22/3' 2 sterk, Scherp 1' 4 sterk, Kromhoorn 8'.
Man. II (Hoofdwerk)Zingend gedekt 16, Praestant 8,
Holpijp 8, Baarpijp 8, Octaaf 4, Open fluit 4, Quint
22/g, Octaaf 2, Cornet 8' 5 sterk, Mixtuur 2' 3-4 sterk,
Cymbel 3 sterk, Trompet 8, Cink 4.
Pedaal: Bourdon 32 un., Praestant 16, Subbas 16, Oc
taafbas 8 un., Gedektbas 8 un., Koraalbas 4 un., Bazuin
16, Trombone 8 un., Klaroen 4 un.
Een Violadigamba 8' en Voix céleste 8' zijn voor het
toekomstige Bovenwerk bewaard.
ALKMAAR, GROOTE KERK. In 1639-1645 gebouwd
door L. Eekmans, G. Germersen, G. Galtussen en J. G.
van Hagerbeer, in 1685 gewijzigd door de Duyschot's,
doch in 1723—1725 door F. C. Schnitger te Groningen
vergroot van 40 tot 56 stemmen.
Man. I (Rugwerk)Praestant 8, Holpijp 8 (oorspr.
Nasard H/3), Fluit travers 8 (oorspr. Quintadena 8),
Octaaf 4, Roerfluit 4, Spitsfluit 22/3, Octaaf 2,Woudfluit
2, Flageolet 1 (oorspr. O-/3), Sesquialtera IV3' 2 sterk,
Mixtuur 2/3' 5-6 sterk, Cymbel 1l^r 3 sterk, Trompet 8
(oorspr. Trechterregaal 8), Fagot 8, Vox humana 8.
Man. II (Hoofdwerk)Praestant 16, Praestant 8,
Bourdon 8 (oorspr. Quint Octaaf 4, Open fluit
4 (oorspr. Quint 22/3), Octaaf 2, Woudfluit 2, Cornet
8' 4 sterk (oorspr. Mixtuur 6 sterk), Ruischpijp 2' 2
sterk, Tertiaan 4/5' 2 sterk, Trompet 16, Trompet 8
(oorspr. Trompet 4), Viola di gamba 8 (hier een soort
Vox humana).
Man. III (Bovenwerk)Praestant 8, Roerfluit 8, Quin
tadena 8, Baarpijp 8, Octaaf 4, Gedekte fluit 4, Spits
fluit 22/3, Superoctaaf 2, Gemshoorn 2, Sesquialtera
69
