66 bevordert ten zeerste een duidelijkheid van stemvoering bij polyphoon spel, en geeft aan het orgelgeluid glans, zonder dit schel temaken.DezePraestantenfamiliewordt in het zorgen voor helderheid geassisteerd door tamelijk wijde Quintadena's en tongwerken. Om onaangename magerheid van klank bij laatstgenoemde te voorkomen, werden de schalbekers in de discant wijd-uitloopend ge maakt, de lepels breed en hun randen met een metaal laagje bekleed, de tongen breed en dun. Naast deze Praestanten, Quintadena's en tongwerken x) staat de groep van wijdere stemmen, die meer speciaal de draagkracht in het geluid vertegenwoordigen: ge dekte, halfgedekte en conische labiaalstemmen alsmede open fluiten, eveneens in bv. 8', 4', 22/3', 2'-toon- hoogte. Deze stemmen zijn in diameter nog vrij wijd, hebben soms smallere labiums, en hun doorsnedever- loop van laag tot hoog is langzamer. Zóó zorgden de Barokorgelbouwers, dat de orgelklank volheid, waardigheid, duidelijkheid van de bovenstem, en draagkracht voor de zangondersteuning verkreeg. Opmerkelijk is in de Duitsche Barok-mensureering de opvallende continuïteit met de Nederlandsche Gothiek- mensuren. Slechts die van de Roerfluiten, Holpijpen en conische labiaalstemmen zijn enger. De Nederlandsche penetratie in Duitschland, waarover we op blz. 31 schre ven, was dus in de 18de eeuw nog niet uitgewerkt. Welk een durf, om een klankgebouw uit twee zulke contrasteerende registersoorten, die men wel „manne lijk" en „vrouwelijk" heeft genoemd, zoo consequent te componeeren! Deze durf en uitbundigheid lachen ons ook tegen uit de intonatie der afzonderlijke stemmen, voorzoover deze tenminste niet (als bij de Haarlemsche tongwerken) door een bekrompener nageslacht is verwa terd. Hoe uiterlijk is daarom de neo-Barokbeweging in den hedendaagschen orgelbouw, wanneer deze meent, D Die toen tezamen ongeveer 70% van het registeraantal der orgels uitmaakten.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 86