behalve door de bovengenoemde terts-registers, ook be
reikt, door de Praestant-registers in den discant meer te
verdubbelen. De mensureering en intonatie werden meer
fluweelig. De manuaalomvang kwam op C tot c3 (soms
nog zonder Cis en Dis), het pedaal van C tot c1 of d1.
Verder valt een ruimer aanleg en voorliefde voor sleep-
laden te vermelden.
Van het grootste orgel in de Hervormde kerken te
AMSTERDAM, dat in de WESTERKERK met 57 stem
men, in 1686 voltooid door R. B. Duyschot en in 1939
belangrijk vergroot, wordt hier de dispositie gegeven:
Man. I (Rugwerk)Praestant 8, Holpijp 8, Quintadena
8, Octaaf 4, Gedekte fluit 4, Quint 22/3, Octaaf 2,
Terts ls/5, Sifflet 1, Cornet 8' 5 sterk, Mixtuur 2' 3
sterk, Scherp 1' 4'6 sterk, Trompet 8.
Man. II (Hoofdwerk): Praestant 16, Praestant 8, Hol-
fluit 8, Octaaf 4, Open fluit 4, Superoctaaf 2, Sesqui-
altera disc. 22/3' 2 sterk, Mixtuur 2' 3-4 sterk, Scherp
1' 3 sterk, Kromhoorn 16 (1939), Trompet 8.
Man. III (Bovenwerk)Praestant 8, Baarpijp 8, Quin
tadena 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Nasard 22/3, Woud-
fluit 2, Tertiaan 4/5' 2 sterk (oorspr. Terts ls/5),
Ruischpijp 2' 4^6 sterk (oorspr. 3-4 sterk), Dulciaan
8, Vox humana 8, Schalmei 4 (1939).
Man. IV (Borstwerk, 1939)Tolkaan 8, Holquintadena
8, Viola di gamba 8, Voix céleste 8, Koppelfluit 4,
Praestant 2, Nachthoornquint lx/3, Terstcymbel 3
sterk, Ranket 8 (een Regaal), Trechterregaal 4.
Pedaal: Bourdon 32 (unit, 1939), Contrabas 16, Sub
bas 16 (unit, 1939), Praestantbas 8, Gedekt 8, Roer-
quint 5t/3, Octaafbas 4, Mixtuur 2' 4 sterk (1939),
Bazuin 16, Trombone 8, Cinck 4 (1939).
Manualen van C. D. E. tot g3 (Man. IV C— g3), Pedaal
van C tot f1.
Vóór de restauratie had dit orgel, van welks overzich
telijke nieuwe speeltafel een afbeelding wordt gegeven,
3 manualen tot c3 en een pedaal tot c1.
60
