58
Honderden instrumenten zijn in den loop der 17de eeuw
door nieuwe vervangen of vergroot. In de „gouden
eeuw" konden hiervoor flinke sommen beschikbaar
worden gesteld. Reeds had het hof van Frederik Hen
drik, waar vooral de figuur van Huigens domineerde,
de allures van bevriende hoven overgenomen, en aan
allerlei kunst royale kansen gegeven. En nog meer na
den eervollen vrede van Munster kon men denken aan
het breede gebaar, aan monumentaliteit. Groote geleer
den en dichters leefden in Holland, en werden evenals
de heerschers gevierd. De nationale schilderkunst was
met een Rembrandt, Hals, Ruysdael, Vermeer tot volle
rijpheid gekomen, de bouwkunst met een De Keyser en
Van Campen. In de kunst van dien tijd treffen ons de
warmere, rijkere en krachtiger schakeeringen, die de
Barok aankondigen, doch dit alles getemperd door een
klassieke voornaamheid en zin voor rustige verhoudin
gen. In zoo'n evenwichtigen stijl bouwden ook de toen
malige orgelbouwers, waarvan de voornaamste zijn
de Van Hagerbeer's: Germer Galtussen en zijn stiefzoon
Galtus Germersen te Amersfoort (zij bouwden of ver
grootten o.m. orgels te Nijkerk,Harderwijk, Amersfoort,
Utrecht, Gouda, Leiden, Alkmaar en 's Hertogenbosch.
De orgels uit de Groote en Hooglandsche kerken te Lei
den zijn grootendeels van hen), hun opvolger Jacobus
Galtus te Amsterdam (die belangrijke uitbreidingen
verrichtte aan de orgels te Alkmaar, Amsterdam Nieuwe
kerk en Groningen A-kerk), en diens opvolgers R. B. en
J. Duyschot te Amsterdam (bouwers o.m. van de nog be
staande orgels in de Westerkerk te Amsterdam en Nieuwe
kerk te 's Gravenhage, uitbreidingen te Enkhuizen, Am
sterdam Nieuwe kerk, Amersfoort en Leiden).1)
Van de groote orgels uit dien tijd noemen we die in de
Groote kerken te Rotterdam (1642), Leiden (1643),
D Ook werkten hier de orgelbouwers Verbeeck te Leeuwarden,
Baders te Zutphen, Verhofstad te Gemert, Cool te Leiden en de
Belgen Goltfus en Van Haeghen.