32
neker, en samen met de Van Nieuwenhoff's Amsterdam
Oude kerk, het Sweelinckorgel), zijn leerlingen, de Van
Nieuwenhoff's te Amsterdam, later te 's Hertogenbosch
(zij bouwden mee het bovengenoemde Sweelinck-orgel,
en o.m. tusschen 1525 en 1562 orgels te Maastricht,
Kampen, 's Hertogenbosch, Zierikzee, Bergen op Zoom,
Gouda, waarvan de kast thans staat in de R. Kath. kerk
te Abcoude, Brouwershaven, waarvan de kast eveneens
bewaard bleef, Brielle, alsmede de bovenvermelde bui-
tenlandsche orgels), Cornelis Geerts te Utrecht (bouw
de te Utrecht orgels in de Buur-, Geerte- en Pieterskerk,
en te Amersfoort en 's Gravenhage)en de reeds ver
melde Slegel's te Zwolle (vervaardigden, behalve de
bovengenoemde buitenlandsche orgels, die te Zwolle,
Aalten, Oldenzaal, terwijl een nazaat in 1671-'76 het
tegenwoordige orgel der Groote kerk te Kampen bouw
de) Uitvoerige gegevens over deze bouwers en hun
werk kan men vinden in de onlangs verschenen disserta
tie van DrM. A. Vente: Bouwstoffen tot de Geschiedenis
van het Nederlandse Orgel in de 16de Eeuw, waarin
alle gepubliceerde en vele nieuwe orgelberichten en
contracten uit dezen tijd zijn verwerkt, en dat reeds
daarom voor de Nederlandsche orgelhistorie van groote
beteekenis is.
Hoe klonken nu deze orgels uit het bloeitijdperk van
den typisch-Nederlandschen orgelbouw? Voor de be
antwoording van deze belangrijke vraag zijn wij aan
gewezen op de toenmalige disposities, de overgeleverde
deskundigenberichten en allermeest op wat er nog van
dien tijd in natura, zij het verminkt, is overgeleverd:
het pijpwerk zelf.
De disposities vertoonen een zeer levendige verschei
denheid, niet zoozeer bij de positieven hier bleef de
registersamenstelling in hoofdzaak bij het oude als
1) Van hun kleine Sweelinck-orgel is de ledige kast nog in de
Oude kerk te Amsterdam; 6 registers bleven echter bewaard in
het Geref. Oosterkerkorgel te Aalten.