f) V 14 ven, heeft de klank van zoo'n pijp een zichzelf gelijk blijvend karakter, dat het typeerende van den orgel klank uitmaakt. Toch heeft men hier reeds in de Mid deleeuwen gestreefd naar verschillende klankkarakters. Men verkreeg deze, door den vorm en de wijdte van het pijpwerk in een zoo rijk mogelijke variëteit in ver- i—i 8 9 10 11 12 13 14 7 Tolkaarj 8 Holpijp O ^"intodanoi .10 Koerrluiè 11 Vox kumana *T2 Trompet 13 Hoko -14| Dulciaan schillende registers (pijpenrij met eenzelfde klank karakter) naast elkaar te stellen. Naar den vorm van hun corpus zijn te onderscheiden. open labiaalpijpen, gedekte (met een deksel bovenop) en half gedekte (met een roer of buisje in het deksel), alsmede trechtervormige tongpijpen, cylindrische en kortbekerige. M Tongpijpen zijn steeds open, daar anders de wind tusschen. tong en lepel niet uit den schalbeker zou kunnen ontwijken. 34567 3 Nacklkoorn A Prasdanfc 5 (jamba 6 Baarpijp

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 17