ORGELLANDKAART VAN
NEDERLAND
De lezer zal hebben bemerkt, dat uit de ruim 200 orgels,
in den tekst vermeld, een 42-tal disposities zijn gegeven
van nog bestaande instrumenten. Ten gerieve van bede
vaartgangers en ter bevordering van den eerbied voor
onze cultuurmonumenten wordt hier gepubliceerd de
tegenwoordige lezing van de lijst van 227 pijporgels in
Nederland, waarvan het metaal tegen vordering dient
te worden beschermd. Deze lijst, waarover reeds op
blz. 119 werd geschreven, is opgemaakt door den Ned.
Klokken- en Orgelraad, die zich bij zijn keuze liet leiden
door de volgende criteria: onvervangbaarheid van het
orgel a. uit een oogpunt van stijlvolheid; b. als zeer
karakteristieke schepping van zijn bouwer; c. wegens
bijzonder merkwaardige constructies. De cijfers achter
het jaartal duiden vermeldingen in den tekst aan.
Friesland: 18 orgels.
Bergum Herv. 1788, Bolsward Groote 1781 (76, 83),
Broeder 1800, Bozum Herv. 1791,- Drachten Herv.
1820, Dronrijp Herv. 1653, Hallum Herv. 1811, Har-
lingen Groote 1776 (76), Leeuwarden Groote 1727
(62, 111), Galileër 1832, Waalsche 1740, Marssum
Herv. 1803, Menaldum Herv. 1861, Minnertsga Herv.
1778, Sloten Herv. 1786, Wirdum Herv. 1798, Workum
Herv. 1697, Woudsend Herv. 1840.
Groningen: 32 orgels.
Appingedam Herv. 1744, Eenrum Herv. 1816 (76),
Eexta Herv. 1700, Finsterwolde Herv. 1809, God
linze Herv. 1702, Groningen Groote 1479 (35, 36,
48, 62, 119), koororgel 1742, A-kerk 1702 (50, 62),
Nieuwe 1831 (93), Pelstergasthuis 1627, Helium
Herv. 1661, Kantens Herv. 1660, Krewerd Herv.
128