lanceerde en licht-bespeelbare mechanische tractuur
kunnen maken, zooals hun collega's in vroeger eeuwen
dit konden. Al is het technische deel van het Roman
tische orgel het geluid ver vooruit, het is waarlijk niet
aan het eind van zijn ontwikkelingsmogelijkheden. En
zoo zouden we kunnen doorgaan.
De nieuwere richting streeft ook naar orgelfronten, die
de functie en plaats van het instrument in het gebouw
tot uiting brengen. Maar zoolang architecten blijk ge
ven, ten koste van het instrument aan modieuze voor-
oordeelen betr. vlakvulling vast te houden en onvol
doende van de eischen en plaatsruimte van een orgel
op de hoogte zijn, is geen gelukkige oplossing te ver
wachten. Ook hier is er gelukkig een kentering en
meer begrip voor de verantwoordelijkheid van orgel-
deskundige, -bouwer en -bespeler.
Zelfs is er een kentering bij den opdrachtgever te be
speuren. In deze tijden van materialenschaarschte beste
den zij zonder morren fantastische bedragen, die vroeger
op een tientje doodbleven. Maar ook gaan zij er thans
eerder toe over om hun oude orgels te laten restauree-
ren, dan om ze door nieuwe te vervangen. Dit beteekent
meestal winst, want doorgaans waren de oudere orgels
beter en stijlvoller dan de hedendaagsche, en in dege
lijkheid eer op eeuwen dan op jaren berekend. Het is
niet toevallig, dat de nieuwere orgelbeweging zich ten
onzent in nauw contact met onze historische orgels heeft
gevormd. Hier dreigt het gevaar van historiseeren zon
der meer door onbezonnen geesten. Steeds echter zullen
èn orgelbouwer èn deskundige zich rekenschap hebben
te geven van de klankbehoeften van den eigen tijd.
Elke gelijkschakeling van klankideaal beteekent ver
starring, en is funest voor de natuurlijke ontwikkeling
der orgelkunst. Zooveel karakters er onder de men-
schen zijn, zooveel orgeltypen zijn er. In zijn eigen
genre kan elk orgel, ook het kleinste, een karakter, een
meesterstuk zijn. Alleen wanneer orgelbouwers en des-
124