waarvan het metaal in oorlogstijd voor den meest drei
genden vijand: metaalversmelting, moest worden ge
vrijwaard. Deze eerste „monumentenlijst" van orgels,
momenteel nog 227 orgels en 7 van den geheelen
orgelmetaalvoorraad vertegenwoordigend, is gepubli
ceerd door Dr J. Kalf in zijn rapport: Bescherming
van kunstwerken tegen oorlogsgevaren (1938) en wordt
in de laatste lezing op blz. 128—132 afgedrukt. Bij het
uitbreken van den oorlog in 1939 zijn op de betreffende
orgels aankondigingen in vier talen gehangen.
Van de restauraties, die in dezen geest sinds 1936 tot
stand kwamen, elk in de eigen stijl van het betr. orgel,
verdienen vermelding die te Hulst R. Kath., Vlaardin-
gen Oude, Breda Groote, Maassluis Groote, Alkmaar
koor Groote, Groningen Groote, Amsterdam Wester,
Rotterdam Bergsingel en 's Gravenhage Groote (Leiden
Groote en Zwolle Groote in voorbereiding)
De volgende orgels zijn o.m. representatief voor den
nieuwen geest in onzen orgelbouw:
West-IJsselmonde Geref. (1937, het eerste Nederland-
sche orgel met rugpositief -1) sinds Naarden Groote
1862), Amsterdam Nieuwe Oosterbegraafplaats (1939,
waar voor het eerst na bijna drie eeuwen weer spring-
laden zijn toegepast, zij het met belangrijke verbeterin
gen en electrische tractuur; ook heeft dit orgel een
zgn. koppelwerk, naar verkiezing op Man. I of II te
schakelen), Oegstgeest Geref.2) (1939), Ginneken
Herv. (1940, eveneens sleepladen met electrische regis-
terbediening, doch mechanische toetstractuur), Utrecht
R. Kath. Kerkmuziekschool (1940, het grootste sleep-
laden-werk van deze alle) en Hilversum Geref. Noor
der2) (1941). Verder staat een orgel op stapel voor de
O Het eerste kroonpositief kwam in 1937 in de Maarten Luther-
kerk te Amsterdam tot stand.
2) Tot stand gekomen volgens plan en onder directie van de
Vereeniging van Organisten bij de Geref. Kerken, die ook in de
nieuwe richting adviseerend werkzaam is.
119