In nagenoeg al deze orgels werd de electrische tractuur
toegepast, die het in bedrijfszekerheid en accuratesse
verre wint van de pneumatiek.
Intusschen begrepen enkelen, dat men alleen met ver
betering van dispositie en tractuur de algemeen erkende
schoonheid en degelijkheid onzer oude orgels niet ter
zijde, laat staan voorbij streefde. Al scheert men een
vos de haren af, hij verliest daarmee nog niet zijn stre
ken. Het compromisorgel had ongetwijfeld Barokke
allures, maar was in wezen nog Romantisch. Onder
hen, die van de noodzaak van een algeheele reformatie
van den Nederlandschen orgelbouw overtuigd waren,
trad de Nederlandsche Klokken- en Orgelraad (N.K.O.)
het meest naar voren. Dit reeds ouder advieslichaam
bij orgelbouw en -restauratie 1) ging er van uit, dat men
de beste resultaten van den orgelbouw uit vroeger eeu
wen met die der moderne techniek had te vereenigen en
tot een rijker ontwikkeling te brengen, in de richting
van de klankidealen van den eigen tijd. Daarvoor was
in de eerste plaats noodig niet zoozeer een dwepen met,
als wel een diepgaand onderzoek van de kwaliteiten
onzer oude orgels. Bij een excursie in 1934 naar Pa-
rijsche orgels en fabrieken kwam de N.K.O. tot de over
tuiging, dat de tooncancellade den orgelklank het gun
stigst tot zijn recht deed komen, en dat bedrijfszekere
constructie en toepassing van de electrische tractuur
hierbij zeer wel mogelijk is. Deze ervaringen stimuleer-
den tot den bouw van het sleepladenorgel met electri
sche tractuur in het R. Kath. Ziekenhuis 's Gravenhage
in 1935, sindsdien door verscheidene gevolgd.
Vervolgens stelde de N.K.O. een uitgebreid onderzoek
in naar de mensureering en intonatie van het pijpwerk
van de meest karakteristieke oude orgels in ons land,
zoowel kleine als groote, mede in verband met de
1) In het eveneens in de Heemschutserie verschenen werkje
„Luidklokken en Beiaarden in Nederland" gaat de schrijver Ferd.
Timmermans in op het werk van den N.K.O. op klokkengebied.
117