membraanlade, en zelfs als unit-lade in de theater orgels (later in enkele kerk- en huisorgels). Ook de tractuur onderging wijzigingen. Teneinde den toetsaanslag te verlichten, werd eerst op Fransch voor beeld de Barker-hefboom tusschen toets en windlade geschakeld, na 1890 de buizenpneumatiek, en na 1915 de electriciteit. Bij deze toepassingen van wind en elec- triciteit als beweegkracht van de mechaniek heeft men eenzijdig den nadruk gelegd op de verlichting van den toetsdruk, die deze meebrachten. Men zag echter over het hoofd, dat, ook bij de meest accurate functionnee- ring,- het organische contact tusschen speler en instru ment, dat zoo inspireerend kan werken, nu onderbro ken was. Dat zooveel organisten daarmee en met de luie pneumatiek genoegen namen en nog nemen, pleit niet voor hun fijn gevoel en precisie van spel. Aan den anderen kant moet niet vergeten worden, dat ver scheidene mechanische orgels tengevolge van onjuiste afregeling, winddrukverhooging, e.dgl. onnoodig zwaar en taai speelden (en nog wel spelen). De klaviatuur, die totnogtoe in de orgelkast was inge bouwd, begon zich ook al van het instrument te distan tieeren en werd tot een afzonderlijk meubel, helaas doorgaans opzij ervan geplaatst. De uitvoering getuigde van een service van, uiterst gemakkelijk bedienbare, speelhulpen 2), zoo overstelpend, dat men soms geneigd zou zijn, opzij van het meubel naar den slinger van het pierement te zoeken. Het is hier niet alles goud wat er blinkt: reeds in 1910 begon Franssen overvloedig transmissies toe te passen, en haast in elk nieuw orgel komen pedaal registers voor, die ontleend zijn aan registers uit de manualen. 1) De mislukte pogingen met zwakstroom-tractuur door Franssen omstreeks 1890 worden hier buiten beschouwing gelaten. 2) Als vaste en vrije combinaties, automatisch pedaalomschake- laar, combinatietreden, in- en uitschakelaars, generaalcrescendo- aanwijzers en lichtsignalen. 109

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 133