diend, vonden neo-Romanisme en neo-Gothiek een meer oppervlakkige navolging. De orgelbouwer C.G. F. Witte, van Duitsche origine, die in 1826 bij J. Batz te Utrecht in de zaak kwam en zich spoedig met dezen associeerde, heeft deze vormen in zijn kasten vaak toegepast, met evenveel stijfheid, als zijn werk degelijk was. De neo- Romaansche kasten slaagden weinig gelukkig, bij ge brek aan voldoende voorbeelden uit dien tijd. In de neo-Gothische fronten werden détails van de steenarchi- tectüur als spitsbogen, wimbergen, fialen, kruisbloemen en driepassen ontleend. De vermenging van beide le verde eerst recht een smakeloos resultaat op. In deze ondoelmatige karkassen werden de frontpijpen, zoo goed en kwaad als het ging, ondergebracht. Verschei dene kleinere pijpen konden slechts als vlakvulling die nen en niet sprekend worden gemaakt vanwege hun ongunstige plaatsing. In de 19de eeuw verschijnen met de ulevellenpoëzie ook hier en daar de imitatie-front- pijpen: doorgezaagde dennenstammetjes, als orgel pijpen rondgeschaafd en geverfd! Zoo verbergt zich ach ter zoo'n monumentaal imitatiefront in de Herv. kerk te Den Burg (Texel) een schamel orgeltje uit 1818. Ook nadat bouwmeesters als Cuypers een vereenvoudi ging in deze neo-Gothische vormen hadden gebracht, ble ven deze fronten architectonisch onbelangrijk. Een over tuigd kunstenaar verricht nu eenmaal geen bloemlezing uit vroegere stijlvormen, hetzij Romaansch, Gothisch of Renaissance (die na 1850, mede door Witte, in allerlei uiterlijke details en overlading werd nagemaakt). Hoe robuust leeft daarentegen het Classicisme in onzen eigenlijken orgelbouw! In de eerste drie kwartalen der 19de eeuw werden er orgels gebouwd, waarin goede tradities van den 18de eeuwschen orgelbouw en de Ne- derlandsche degelijkheid en deftigheid zijn vereenigd. Van de groote bouwers uit die periode kan zonder over drijving worden getuigd, dat geen slecht opus hun werkplaatsen verliet, al dient hieraan te worden toe- 91

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 113