zelfs in de eerste helft van de 19de eeuw nog niet uit gestorven. Het is meer in uiterlijke détails, dat de Rococo-geest tot uitdrukking komt. Het kastwerk wordt besneden en omrankt met grillig krullend snijwerk. Overhoeksche torens verdwijnen nu geheel, de overgangen worden meer vloeiend. Een schilderachtige en ietwat pretenti euze ornamentiek arrangeert op de torens tuinvazen, stillevens, jachtattributen, arenden, laurierkransen, mu ziekboeken, onder en tusschen de pijpen-velden festoe nen en loofwerk, terwijl achter het orgel op het schot- werk soms zware draperieën worden geschilderd. De kleur der kasten speelde toendertijd een belangrijke rol. Hij diende den kostbaren indruk van het geheel te verhoogen, en zoo schilderde men de nieuwe eiken houten kasten in wit-en-blauwe marmerkleur, of in roodbruin mahonie, en de beelden (die, evenals de „helden" in de heldendichten van de 18de eeuw, nogal eens slap van vorm en onzuiver van verhouding wa ren) wit. Het snijwerk werd verguld. In de laatste jaren heeft men soms gemeend al die verf van het eikenhout te moeten verwijderen, daarbij vergetend dat deze juist een essentieel stijlelement van die Rococo-kasten uit maakt (men denke aan de grauwtjes en witjes boven deuren en schoorsteenmantels uit dien tijd). Nog steeds werden kunstenaars van naam aangezocht, om orgelkas ten te ontwerpen (de Italiaan Giudici voor de Groole kerk te Rotterdam, de Duitscher Ziezenis voor de Her- steld-Luthersche kerk te Amsterdam, enz.). Een interes sante verbouwing van een vroeg-Barokke kast in Ro- coco-trant laat de afbeelding van het orgel te Dordrecht zien. Bijzonder aantrekkelijk en typeerend voor de Ro- cocomentaliteit zijn de zgn. kabinetorgeltjes, die vooral tusschen 1750 en 1850 voor huiselijk gebruik bij hon derden werden vervaardigd. In technisch opzicht bracht deze tijd weinig verbete ringen. De manualen werden uitgebreid tot f3, het 81 Orgels in Nederland 6

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 103