tonatie door twee vakkundigen uit dien tijd, Prof. Mr J.
van Heurn: „Het geluid der Prestant moet eenigszins zin
gende zijn, hetwelk men, door een weinig overblaazing,
bij het intoneeren verkrijgt", en W. Lootens, die aldus
den klank van Batz' meesterwerk te Zierikzee beschrijft,
beginnende met de Subbas 16', „uit het keurigste hout
gemaakt: zijnde van zoo een doordringende kragt, dat
men deze deftige Gront stem bij 't volle werk, onder-
scheidentlijk onder alle andere aanstonds gewaar werd,
teffens van zoo een Ronde, vlugge aanspraak, dat het
alles te boven gaat, en men zig hier bij, niet genoeg
verwonderen kan, in 't kort, dit Register, is Volmaakt
in alle Toonen. Voorts zijn de Geluiden in 't algemeen
extra Fraaij; verre van Ruw, of wreet, is alles even
Liefelijk, en aanminnig tot zelfs de vulstemmen inkluis:
dus het volle Werk bij elkander, ongemeen Prachtig en
doordringend, maar te gelijk, Bevallig aan 't Gehoor
komt. Wijders, zijn ook die Registers, welke ter na
bootsing van zekere stemmen, of Muzicaale Kamer
Instrumenten zijn ingerigt, zeer gelukkig getroffen,
beant-woordende volkomen aan 't oogmerk: onder de
zelve zijn de Vox humana, Viola di gamba, 't Cinck
en de Trompet in 't Rugpositief over Heerlijk! de ronde,
égaale, en rasse aanspraak aller Tongwerken, in dit
Orgel, konnen nergens beter gevonden werden. De
Fluit stemmen zijn alle Delicaat, egter verdienen de
Baart-pijp, Gemshoorn en Flageolet op 't boven Manu
aal, de Roerfluit 8 voet en de Waltfluit 2 voet op 't
Groot Manuaal, de Quint-adeen 16 voet, en Fluit 4 voet
in 't Positief, en de Hol-fluit 8 en Nagt-hoorn 2 voet,
in 't Pedaal, boven andere de voorrang."
De kasten onzer Rococo-orgels wijken in zooverre be
langrijk af van de fantastische producten in het buiten
land, dat de voorname structuur en vormgeving van het
geheel dezelfde blijft als in de Barok-periode, al valt
een toename in de breedte, als nauwere aansluiting aan
de kerkruimte, waar te nemen. Deze Baroktraditie was
80