70 HOOFDSTUK V DU IN BEBOSSCHING Wanneer we nu het phraeatisch vlak omhoog gehaald hebben en de konijnen neergedrukt, dan krijgen wij een toestand, waarbij het mogelijk wordt, dat de duinen zich zelve natuurlijkerwijs gaan bebosschen, tenminste wanneer de mensch niet alweer een spaak in het wiel steekt. Zoo iets heeft hier nooit bestaan. Altijd heeft het duin te lijden gehad van zijn bewoners en buren, die ervan trachten te profiteeren, zonder de ware behoeften te kennen en te erkennen. De noodzakelijkheid van de duinen vast te leggen tegen verstuiving is al heel vroeg gevoeld. De natuur zelve wees hier den weg. Al heel vroeg waren de Hollanders dan ook reeds bekend als helmplanters en onze duin meiers werden zelfs uitgenoodigd om aan de Duitsche kusten hun kunsten te komen vertoonen. Woud heeft langs den binnenduinrand bestaan in ette lijke vormen en zou zich normaal ook wel in de duinen hebben gevormd. Het vond waarschijnlijk wel minder waardeering als dek voor het duin, maar eerder als brandhout en werkhout. Eer de steenkolen in gebruik kwamen, bestond er groote behoefte aan brandhout en die behoefte bleef bestaan. Van Dieren geeft een ver makelijk verhaal, hoe op Terschelling de ravage van het duin samenhing met de stijging of daling van de prijzen van steenkool en turf. De boomen, die in de duinen het makkelijkst groeien, zijn berk en populieren. Tot op onzen tijd zijn dan ook berken in de duinen aangekweekt als hakhout en de „wilde" berkenbosschen, die we aantreffen, zijn wel voor een groot deel daarvan afkomstig. De bezitters van heerlijkheden en huizingen langs den

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 86