54
zelden of nooit als stamboom, maar als uitgestrekt com
plex van stokken en staken, groot en klein door elkan
der, al naar het konijn dat heeft bewerkt. Het duel tus-
schen konijn en Kardinaalsmuts loopt uit op een aardig
geval van landschapskunst. Waar geen konijnen zijn,
ontwikkelt het fraaie kiemplantje zich in den loop van
enkele jaren tot een boom, dikwijls geheel zonder be
geleidenden wortelopslag. De eglantier redt zich door
zijn wortelopslag al dadelijk te voorzien van een geducht
stel van stekels en kan het zoo bolwerken, ofschoon zijn
oudere stammetjes, waar de stekels verzwakt zijn, toch
nog wel worden aangetast. Van Kruipwilg en Liguster
bijt het konijn wel graag de toppen van de jonge tak
ken af.
Alle houtige gewassen, ook het naaldhout, hebben vroeg
of laat van het konijn te lijden. Grassen en kruiden
evenzeer, slechts weinige lust hij niet. Nu komt het maar
op de snelheid van groei en de mogelijkheid van ver
menigvuldiging aan of die grassen en kruiden stand
houden. Een droevig lot wacht de orchideeën, die in het
najaar reeds voor den dag komen met hun bladrozetten,
waaruit ze het volgend jaar zullen bloeien. Die rozetten
worden finaal uitgevreten en dat is b.v. een der oor
zaken, waardoor de prachtige Hondswortel uit menig
duin is verdwenen. Omstreeks 1910 was die in het Ken-
nemerduin volstrekt niet zeldzaam, thans staat er geen
een meer. De Bokkenorchis, die al een paar maal gepro
beerd heeft zich hier te vestigen in de kalkrijke duinen
van Voorne en van Kennemerland, zou stellig meer
succes hebben gehad, indien er geen konijnen waren.
Ook de Bijen-Orchis, die langs de Zeeuwsche kusten
komt opdringen, en zich reeds vertoonde aan den Hoek
van Holland en bij Den Haag, zou het al verder ge
bracht hebben, als het konijn niet in den weg stond.
Wij mogen niet vergeten, dat onze natuurlijke en on
bedorven duinen altijd open gestaan hebben voor immi
gratie en dat nog doen. Elk nieuw gevormd duin, elk