42
ter groen van grassen en zeggen, geen armoedig gedoe,
maar mooi Tandjesgras en zelfs weidegrassen als
Beemdgras en Dravik. Daar ook Addertong en Maan-
varen. Overal, het heele duin door geven deze Noord
hellingen prachtige dingen te zien met allerlei verras
singen uit bosschen en moerassen.
Doch eigenlijk zijn we nog op den Zeereep bij de Helm.
Het Biestarwegras klimt soms ook wel een eindje het
duin op, maar brengt het niet ver en wordt dan vervan
gen door verwante soorten, die al meer en meer op het
beruchte kweek gaan lijken. Ze heeten Zeekweek en
Strandkweek. De Strandkweek kan nog heel forsch wor
den. Dan treedt een ander gras op: Rood Zwenkgras,
een van de voornaamste grassen van het duin, dat ook
elders in vele vormen een belangrijke rol speelt. Tegelijk
verschijnt ook het Duinriet, een hoog blond gras met
dichte vaalgrijze soms violet aangeloopen pluimen. Het
groeit al tusschen de duindoorn, maar verder het heele
duin door en treedt overheerschend op in achteruitge
gane duinvlakten en verlaten aardappelveldjes. Het
vormt met Helm een bastaard, dat is de Noorsche helm
met een niet zoo stijve bloeipluim als de Helm en een
niet zoo losse als het Duinriet.
Nu loopen we al langs de welbekende Zandzegge en
opeens staan we in gele bloemen: hooge Duinboksbaard,
Schermdragend Havikskruid en laag bij den grond een
groote plak van Wondklaver, de duinvorm met dikke
bladeren, de kleine vlinderbloempjes onduidelijk in
dichte bruinige hoofdjes. Hier hebben we weer te doen
met een grondverbeteraar, een die met wortelknolletjes
werkt voor de stikstofvoeding. Dat doen alle vlinder
bloemen, ook een klant, die we nu al zien, de Rolklaver.
Zijn verwant, de Moerasklaver, staat lager, vochtiger en
beide kunnen ze behept zijn met de rupsen van het
Bloedvlekvlindertje, dat ge eind Juli en begin Augustus
in deze duinen bij honderden uit de geelzijden poppen
te voorschijn kunt zien komen.