tiert een rijke planten- en dierenwereld, jaar op jaar
verrassend door opkomst en ondergang, door nieuwe
figuren. Zoo is deze Sluftervlakte dan waard, deel uit
te maken van het schoonste der Staatsnatuurmonumen-
ten: dat van de Muien en de Slufter. Ge ziet dat de naam
van het stroomingsgeultje is overgegaan op de vlakte
zelve. Een zelfde karakter van woestheid en grootsch-
heid, hoewel getemperd door menschenwerk, vertoont de
Boschplaat op Terschelling. Onlangs is daar een stuif-
dijk aangelegd langs het Noordzeestrand, maar eer die
er lag, voelde je je daar echt op het eind van de wereld.
Op het Kennemer strand heeft men altijd het gevoel,
dat de „overkant", dat is Engeland, nogal dichtbij is.
Maar op Terschelling is het open zee tot aan de Noord
pool toe. De Plaat zelf strekt zich mijlen ver uit en is
danig bewerkt door wind en weer en zand en stroomen.
Deze lage duintjescomplexen geven relief en meteen
woonplaats voor de duizenden zilvermeeuwen. In de
ruimte tusschen die duintjes dringen de stormvloeden
en hooge getijen door en dank zij het wadslib komt daar
een merkwaardige vegetatie, half duin half schorre.
Naar het Westen toe loopt de grond wat op en daar
komt de plantenwereld van de Terscheilinger vlakken:
bosch van kruipwilg en gagel met de rijke bloemen
wereld van de natte vlakken, speciaal het Kleine Win
tergroen, dat hier bij duizenden groeit, ook wel op Vlie
land, maar op Texel nog slechts op een enkele plaats
aan een slootkant. Merkwaardig is hier ook de groei
van Kleine Teunisbloem en Zand-Teunisbloem, tegelijk
met Zeewinde en Zeewolfsmelk, die hier haar noorde
lijkste groeiplaats bereikt.
Wij verwachten van den nieuwen Stuifdijk dezelfde
mooie resultaten als die bereikt zijn door een dergelij-
ken aanleg, die Ameland verbindt met het Oerd. Alle
maal natuurmonumenten met hooge inspiratie. Geden
ken wij ook hier nog afzonderlijk het Zwanewater bij
Callantsoog. Ook dit dankt zijn bestaan aan de ruste-
27