te hebben toevertrouwd. De meeste van deze stikstof-
minnende aanspoelselplanten zijn éénjarig: loogkruid,
vlieszaad, strandmelde, spiesbladmelde. Hun overblijf-
selen kunnen naar omstandigheden den zandbodem ver
rijken met humus.
Andere houden langer stand. De zeepostelein, die op
de groene stranden zoo welig tiert, kan het op de zand
stranden vaak ook nog wel redden, houdt stand jaar in,
jaar uit en verstevigt met zijn wortelstokken en uitloo-
pers heele stukken strand. De planten staan dicht op
een, mannetje aan mannetje, haast allemaal even hoog
en hun harde, gladde bladeren vormen een vloer, waar
over het stuifzand grootendeels heenglijdt. Daardoor
is het gevaar van bedolven te raken niet groot, want een
dunne zandlaag kan de plant nog overwinnen door zijn
ondergrondschen stengel te rekken en zijn knoppen voor
den nieuwen jaargang hooger aan te leggen.
Maar de voornaamste zandstrandplant is biestarwegras.
Jammer, dat die plant zoo'n stuggen naam heeft. Ieder
een weet dat helm zoo belangrijk is voor het ontstaan
en bestaan van onze duinen, en spreekt daarover met
bewondering, dankbaarheid en ontzag. Maar zonder
biestarwegras zou helm nooit of nauwelijks aan de beurt
komen en we moeten daarom alvast onze dankbaarheid
overbrengen op dat andere gras, tusschen twee haakjes
een nauwe verwant van het gehate kweek, dat zooveel last
geeft in de tuinderij. Die kweek heeft dozijnen pittige
volksnamen en het biestarwegras geen enkele. Of weet
ge er een? Biestarwegras kan groeien op zilten grond
en kan onderdompeling in zeewater eenigen tijd verdra
gen. Evenals kweek heeft het een wijd vertakt stelsel
van wortelstokken, dat zich naar alle kanten uitbreidt
met groote snelheid. Een kiemplantje van 1925 besloeg
in 1928 een oppervlakte van zes vierkanten meter en
had 42 stengels gemaakt. De bladeren hebben goede
beschutting tegen overmatige verdampingde bloei valt
nog al laat in den zomer aan stengels van driekwart
17
Onze Duinen 2