de stranden gevormd door allerlei planten en dieren, voornamelijk wel door schaaldieren en weekdieren, maar ook door hoogere en lagere, zoowel gewervelde als wormen, stekelhuidige en ééncellige. Iedere strandwandeling vooral in nazomer, herfst en winter, kan u hieromtrent veel goeds te zien geven, want we mogen wel alvast weten, dat het kalkgehalte van overwegend belang is voor den aard en den rijkdom van den plantengroei der duinen. Wanneer we dus op het strand niet alleen heele schelpenbanken zien, maar ook duizenden hulsels van kokerwormen, mooie rugschilden van inktvisschen en wat al niet meer, dan verlustigen wij ons in het vooruitzicht op een fraaie flora in het binnenduin. Maar eer dit strandrommeltje in bruikbaren vorm door de wortels van die planten wordt bereikt, moet er nog heel wat gebeuren. Doch laat ons nog even terugkeeren naar het zand op dat schaaltje. Dat is nu het eigenlijke zand, afkomstig van de verbrijzeling van gesteenten: voor 90 kwarts- zand, voor de rest nog een veertigtal andere mineralen. Het is nu 50 jaar geleden, dat Retgers een begin maakte met het systematisch wetenschappelijk onderzoek van onze zanden. Later heeft Van der Sleen, wat het duin zand betreft, zich daar ook mee bezig gehouden en in den laatsten tijd heeft Prof. Edelman te Wageningen met zijn medewerkers en leerlingen de zaak, om zoo te zeggen, op afdoende wijze ter hand genomen, niet alleen voor zeezand en zeeslib van heden, maar voor dat van het heele land en dat is dan weer meestal zeezand van voorheen, of zoo ge wilt, rivierzand. Van oudsher wordt aangenomen, dat het zand der zee niet te tellen is. Maar Edelman en de zijnen zijn er toch maar aardig mee begonnen. Duizenden zandmonsters zijn ter hand genomen. Eerst door behandeling met zu ren gezuiverd. En dan volgt een heel aardige bewerking. Het gezuiverde zand wordt gebracht in een zware vloei stof, bromoform, met een soortelijk gewicht van 2.88. 13

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 15