De afbeeldingen op de koningsplaten geven
doorgaans het bedrijf weer, dat de koning in
het dagelijksch leven beoefent. Men ziet er
den tuinman, bezig een boom te snoeien en
den schaapherder met zijn kudde. De brou
wersknecht, die met een langen roerstok in de
kuip roert, waarin de hop tot bier wordt, ter
wijl de brouwer zelf proeft, hoe lang het nog
duren zal eer het bier in de kruiken geschon
ken kan worden, herinnert aan een nu wel
haast verdwenen ambacht, terwijl de weg-
stoomende trein geschenk van een stoker
of machinist ons verhaalt, dat de traditie
van het koningsschieten evengoed in dezen
tijd past als in de achttiende eeuw, toen im
mers ook reeds niemand meer met pijl en
boog schoot dan naar den papegaai.
Natuurlijk vindt men het meest den boer af
gebeeld, steeds ploegend met een of meer
paarden; op het oogenblik dus, dat hij aan de
aarde zijn wil oplegt.
In het onder de afbeelding gegrifte rijm ver
haalt de koning ons soms met naïeven, maar
gerechten trots met hoeveel mededingers hij
wel kampen moest:
Te Rysbergen aan den grooten weg
Van Holland na de Belgische steden
Trok men met 70 man zoo ik zeg
Om den koningsvogel af te smeden
79