standig kunstwerker op de Rijn het Gal gewater te Leiden. De tijd was hem ech ter niet gunstig: het verlies der koloniën en de stilstand van den handel brachten een al- gemeene verarming, en alleen doordat een zekere Kleynenbergh, die belang in zijn werk stelde, elke week voor acht gulden een stuk je van hem kocht, kon hij met zijn steeds uit breidend gezin in het leven blijven. Eerst na den Napoleontischen tijd bracht zijn werk meer op, maar toen moesten ook zooveel monden meer gevuld worden. In een herberg bij de Witte Poort te Leiden, waar de postwagens en diligences stil hielden, stonden in de gelagkamer altijd eenige stuk jes van Bavelaar ten verkoop. Zij brachten doorgaans tien a twaalf gulden op. Vooral Engelschen kochten dit reliefwerk grif, en dit is ook de reden, dat er zoovele Bavelaars van de honderden, die hij tijdens zijn werk zaam leven vervaardigde, in Engeland te vinden zijn. Naar schatting waren er in het jaar 1912 nog honderd vijf en zeventig a honderd tachtig Bavelaars in ons land. 1) Op 25 April 1801 was Cornelis gehuwd met Maria Johanna de Does. In dit huwelijk werden een en twintig kinderen geboren. Toen Cornelis Bave laar in 1831 op 56-jarigen leeftijd stierf, liet hij een weduwe met vier kinderen na: zeventien had hij er overleefd in een bestaan van zorgen en verdriet. 58

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 69