haar hand bewaard zijn gebleven, zijn zoo fijn bewerkt, dat zij met de naald geëtst schij nen. Dit geldt ook voor het werk van Johan- na Koerten-Blok (16501715), wier 216 knipsels bijna alle verloren gingen, al kennen wij vele van haar onderwerpen bij name door de „Gedichten op de overheerlijke Papiere Snykunst" 1), een bundel lofdichten op deze „Schaar-Minerve", die in 1736 werd uitge geven. Naast hen kunnen wij Elisabeth Rijberg (omstreeks 1700) noemen en Gilles van Vliet 1674 1701) beiden uit Rotterdam 2 en den Leidschen koopman Willem Eigen man (omstreeks 1750), waarvan verschil lende knipsels bewaard zijn gebleven.'1) In dien tijd bestonden ook handboekjes om de schaarkunst te leeren, zooals het „Kun- De volledige titel luidt: „Gedichten op de over heerlijke Papiere Snykunst van wijle Mejuffrouwe Joanna Koerten, Huisvrouwe van Wijlen den Heer Adriaan Blok, gedrukt naar het origineel Stamboek Benevens een Korte schets van Haar leven. Te Amsterdam, Bij Steeve van Esveldt in de St. Lucie- Steegh, over 't Meisjes Weeshuys, 1736". 2) Over Johanna Koerten-Blok en andere schaar- kunstenaars leze men de studie van J. D. C. van Dokkum in „Het Huis. Oud en Nieuw", XIII, (1915), 335-358. 3) C. van Son drukt in zijn studie „Schaarkunst" (Elsevier's geïllustreerd Maandschrift, 1910, I, 306319) negen knipprenten van Eigenman af. 51

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 62