bruikt door hen, die elkander of zichzelf ta- toueeren. Menschen, die er hun beroep van maken en een stalenboek bezitten waaruit de klant kan kiezen, gebruiken ook andere verfstoffen. Zulke beroepstatoueerders zijn er in Neder land niet meer te vinden: de laatsten woon den op het einde der vorige eeuw te Rotter dam bij de St. Laurenskerk en te IJmuiden.1) Op het vasteland van Europa moet men daarvoor vooral in Hamburg, Kiel of Mar- seille zijn en tot voor enkele jaren te Ant werpen. Onze zeelieden lieten die bewerking meestal in de Engelsche havensteden ver richten, waar zij voor de vensters der tatou- eerders de gewenschte versieringen konden uitzoeken of in Port Said en Colombo, waar de tatoueerders aan boord van de schepen kwamen. Doorgaans lieten de matrozen op hun eerste reis daar een anker op hun hand of arm prikken, omdat zij dan nog vaak dachten aan het zoo pas verlaten land, waar mee het ratelend uitgeworpen anker, dat zich vastbijt in den bodem, hen bij elke haven weer verbond. Waar kunnen de motieven van een volks kunst sneller van land tot land gaan, dan op het lichaam van de zeelieden?! De tijgers en x) Voor mij onderzocht door Thijs Mol. 38

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 47