HOOFDSTUK V
TATOU EER1NGEN
Waarom men vooral bij matrozen tatouee-
ringen vindt? Het volkslied van de „drie
aardige jongens", dat ik in Amsterdam op-
teekende, geeft daarvan ongewild een ver
klaring:
Drie aardige jongens die gingen naar zee,
Ze moesten hun liefjes verlaten;
Maar elk kreeg er een gedachtenis mee
Of 't zou haten?
De ring viel in zee en het beeld in de vloed
Nog voor dat zij kwamen in het Oosten;
Toen moesten die jongens hun droevig gemoed
Toch maar troosten.
Dat hadden zij kunnen voorkomen, als zij de
herinnering aan hun meisjes haar portret
met haar naam of haar voorletters of het
zinnebeeld van hun liefde de in vriend
schap gedrukte handen, de trekkebekkende
duiven of de vlammende harten hadden
vastgehecht aan hun huid.
Vroeger, toen schipbreuken, waarbij de ma
troos slechts het veege lijf redden kon, geen
zeldzaamheid waren, was een dergelijke
voorzorg begrijpelijk. Als zelfs de zorgvul-
36