de rots en de saamgetroppelde huizen aan
de haven niet mogen ontbreken. Met een
stuk hout wordt de stopverf zoo gekneed,
dat de regelmatige golving van de zee wordt
weergegeven en de kust zich afteekent; dan
worden met een fijn penseel zee en land ge
kleurd. Daaraan kan men zien op welke
breedte het schip vaart, want de Noordzee
is, als het stormt, leigrijs en grauw, maar wit
op de toppen der golven en als de zee kalm
is groen, maar de Middellandsche zee is van
een onwaarschijnlijk ansichtkaartenblauw en
bij slecht weer flesch-groen. Zoo hebben de
zeeën hun kleuren, die geen zeeman ooit ver
geet.
Nu is het voorbereidend werk gedaan. In
middels is met groote nauwkeurigheid het
miniatuurschip gesneden, en geheel opge
tuigd, maar zoo dat alle zeilen gestreken
kunnen worden. Als het schip zee heeft ge
kozen in de flesch, worden door het trekken
aan enkele draden de masten weer omhoog
getrokken en de ra's weer gerecht. Als deze
draden tenslotte aan de stop zijn vastge
hecht, is het schip in de flesch gereed.
Een enkele oude zeeman kent nog het ver
haal hoe het eerste schip in een flesch kwam.
Een matroos had in zijn vrije uren op het
schip een boot uitgesneden, maar toen hij
33
Over Volkskunst 3