de St. Bavo kerk te Haarlem, die in werke
lijkheid modellen van zeventiende eeuw-
sche schepen zijn, waarvan de grootste in
1686 vervaardigd werd door David Koenen,
in opdracht van het Groot-Schippergilde.1
Kerken, waarin scheepjes te vinden waren,
of waar zij nog aanwezig zijn, worden hier
en daar vermeld. Te Kuinre zouden twee
scheepjes hangen, een oorlogsschip en een
koopvaarder, beiden zeventiende eeuwsche
modellen, terwijl te Blokzijl werd verteld, dat
een zilveren schip, geschenk van het rijke
schippersgilde, door Barend van Galen uit
de kerk was geroofd. Op Urk vindt men sche
pen in alle drie de kerken, en te Marken moe
ten twee visschersschuit jes in de kerk hangen.
Op een schilderij uit 1825 van de kerk van
Zaandam-Oost, waar men ziet dat de boeren
hun vee bij de overstrooming in de kerk in
veiligheid hebben gebracht, ziet men twee
scheepjes binnen de kolommen hangen. Het
grootste is een Oostindiëvaarder en het an
dere een Groenlandvaarder. Deze scheepjes
zijn er, na de verbouwing van 1850, niet meer
opgehangen.
Te Schermerhorn zouden de twee scheepjes
x) F. Allan, Geschiedenis en beschrijving van Haar
lem van de vroegste tijden tot op onze dagen. Eer
ste deel. Haarlem 1874, bl. 144.
30