boerenbedrijf en scheepvaart; hiernaast
werd ook allerlei huisraad afgebeeld, zooals
spinnewielen, kasten, vuurmanden, evenals
spelende kinderen en dieren. Als in alle
volkskunst heerscht hier de traditie. De tee-
keningen van de oudere merklappen worden
zoo nauwkeurig mogelijk nagebootst op die
der volgende generatie. Op laat-achttiende
eeuwsche merklappen ziet men bijvoorbeeld
menschen afgebeeld in zeventiende eeuw
sche dracht.
De compositie der merklappen heeft zich in
den loop van den tijd natuurlijk gewijzigd en
de versieringen veranderden, in vorm zoo wel
als in wezen. Zoo onderging in den loop der
achttiende eeuw de compositie een eigenaar
dige verandering: de onderste rij der door
gaans vrij symmetrisch opgestelde figuurtjes
voelde eensklaps grond onder de voeten.
Een -later soms met schaduw gemarkeer
de -lijn gaf aan dat zij op den bodem ston
den. Deze vondst werd uitgebuit tot schade
der symmetrie. Als op een teekening werden
de figuren op den grond gerangschikt. Waar
een man stond, moest ook een huis of een
molen staan, daar moest een koe achter het
hek in de wei zijn en een kip in den hof; het
vertrouwde beeld van eigen huis en erf werd
schematisch voorgesteld.
22