Sinds het kaarslicht echter door petroleum,
gas en electriciteit verdrongen werd, ver
dween de kaarsemaker als handwerker en
met hem het jaarlijks traditioneel weerkee-
rende „geschenk", dat in wezen zoo iets ge
heel anders was dan het door reclame-des
kundigen uitgeknobeld „object", dat tegen
woordig wel eens wordt uitgeworpen als een
witvisch, om weer te keeren met den gevan
gen kabeljauw.
Ook in de niet-religieuse volkskunst werd de
gemakkelijk kneedbare en goed te beschilde
ren was gebruikt, om vruchten en bloemen te
vervaardigen, die, op tafel gezet of onder
glas gestolpt, vooral in het midden der vori
ge eeuw, een zeer gezochte versiering vorm
den. In den winter geven zij in de huiska
mers de illusie van zon en warmte, zooals de
bloemen en vruchten, die volgens de sage
Albertus Magnus te Keulen voortooverde
aan graaf Willem van Holland, den
Roomsch-koning, toen de sneeuw hoog in
den bongerd lag. Soms werden deze wassen
vruchten als schilderijen ingelijst en achter
licht gebolde glazen aan den wand gehangen.
Van veel grootere mate van kunstvaardig
heid dan deze stillevens getuigen de por
tretten van was, waarvan het Franeker mu
seum er enkele bezit van de hand van het
18