land zou daar geplaatst zijn door den stichter der kerk, een schipper, die met zijn schip door den storm voortgedreven, op die plaats behouden aan land kwam.x) Een zeilschip, doorgaans met bollende zeilen, koos men in ons land, dat door de zeevaart rijk werd, vaak als windwijzer. Schepen uit alle tijden en van alle vormen varen zoo doende boven onze daken. De aanwezigheid van den haan op de kerk torens heeft men natuurlijk met het Bijbel woord in verband gebracht. ,,En Petrus werd indachtig het woord van Jezus, die tot hem gezegd had: Eer de haan gekraaid zal hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen. En naar buiten gaande, weende hij bitter lijk." (Mattheus 26 75). De haan zou daar dus staan om de wankelmoedigen te waar schuwen en op te wekken tot berouw. Oor spronkelijk echter zal men den waakzamen haan wel als afweer tegen booze machten op die alles overheerschende plaats, nog boven het kruis, hebben gezet. De neiging om eigen huis en erf door een toepasselijk kenmerk reeds van verre te on derscheiden, wint den laatsten tijd veld. 1) J. R. W. Sinninghe, Noord-Brabantsch Sagen boek, bl. 276. (de sage werd omstreeks 1845 op- geteekend.) 108

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 127