Henk Braber wijst er in zijn studie „Volks
kunst in het bedrijf" 1) terecht op, dat ook de
windwijzers ons kunnen inlichten over ver
dwenen gewoonten in de beroepen en bedrij
ven. „In een streek van ons land", schrijft
hij, „gingen tot voor een jaar of zestig de
melkmeiden met een ezel, die met twee ton
netjes was beladen, naar de weilanden om
de koeien te melken. Thans is tot ver in de
omgeving geen enkele ezel meer in het boe
renbedrijf werkzaam en de tonnetjes bestaan
ook niet meer, doch de windwijzers met
de ezelskoppen of de windwijzer, die een ezel
uitbeeldt, die aan beide zijden een melkton-
netje draagt, vertellen U nog hoe eens in
die streek de melk vervoerd werd, iets wat
het jongere geslacht daar volkomen onbe
kend is."
Soms ziet men windwijzers die herkomstig
zijn van kasteelen en buitenhuizen of een na
bootsing van deze zijn en duidelijk het stem
pel van een bepaalden tijd dragen. Mytho
logische voorstellingen als de cupido met pijl
en boog, die men voor kort boven den gevel
x) Nederlandsche Volkskunst samengesteld onder
leiding van Anno Teenstra met medewerking van
Hil Bottema, Henk Braber, G. C. E. Crone, P. van
Oordt en D. F. Lunsingh Scheurleer, ingeleid door
Prof. Dr. J. de Vries. Amsterdam 1941, bl. 199-200.
104