zich, tegen den wind in, zoodat het wild hem
niet ruiken kan en in hetzelfde dorp ziet men
op een houwerij een hooggehoeden houwer
met een steen in de hand. Elders aanschouwt
men den heerrijder te paard met den hoogen
hoed op, een windwijzer, die waarschijnlijk
afkomstig is van een stoeterij, en in het Gooi
is de spinner aan zijn groot wiel gezeten als
laatste herinnering aan een ambacht, dat na
genoeg verdween.
103
Torenhaan op den toren van de Lier
(Z.-H). Vervaardigd door Joh. de Vries.