de strijdwagens en de ruiters worstelen met den dood, waar speren en schilden op het water drijven en waar menschen en paarden in de golven verzinken, terwijl vlugge, witte duiven langs de rotsen aan den oever vlie gen. Het weinig plastische materiaal en de dikke verflaag omdat turf zoo poreus is en de verf absorbeert, moet het verven vijf maal herhaald worden hebben het leven dige der uitbeelding niet te niet kunnen doen. Bij het zien van dit tafereel gaan onze ge dachten onwillekeurig terug naar de koper gravures uit de zeventiende en achttiende eeuw van verschrikkelijke overstroomingen, waar het breken van het water door den dijk en het verdrinken van menschen en vee, ge lijktijdig weergegeven, een indruk maakt, die lang in het geheugen blijft. Als geloovig Protestant heeft Weima zijn voorstellingen aan het Boek der Boeken ont leend, en wel aan het Oude Testament, zoo als vele beeldhouwers van gevelsteenen dat vóór hem deden. Zijn werk heeft met het hunne dan ook meer dan de voorstelling al léén gemeen. Zijn groote eerbied voor den Bijbel blijkt wel bij de weergave van zijn ta- fereelen, want daarin wordt de tekst tot op de laatste letter gevolgd. Zoo staat er in Jesaja II, vers 6—9: „En de wolf zal met het 8

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 11