HOOFDSTUK XII
ZANDTAP1JTEN EN
KEIVLOEREN
Een ballade verhaalt dat de heer van Mal-
deghem in zijn bosschen door roovers werd
overvallen, maar dat men zijn leven spaar
de, onder voorwaarde dat hij nooit aan eenig
mensch er over zou spreken „als dat den
bosch van Maldeghem met roovers is be-
leit."
Mynheerken van Maldeghem
Die heft stille ghesweghen,
Hy en heft het met gheen pennen
Geschreven ofte geseit,
Maer heft met sinen voete
Tot Brugghe in sant gheschreven
Als dat den bosch van Maldeghem
Met roovers lag beleit.1)
Deze in het zand geschreven boodschap is
de eenige in zijn soort, die de sage in onze
streken kent.
De volkskunst echter heeft al sinds eeuwen
het zand gebruikt om door middel daarvan
zijn zin voor schoonheid vorm te geven. Dit
1) Oud volkslied afgedrukt bij J. W. Wolf, Nieder-
landische Sagen (Leipzig 1843), s. 153'—156.
92