vervuld van de diepe ernst des levens naast
groteske gezichten, door een voortdurend-
ingehouden schaterlach geplooid, wordt van
bewondering voor de vormgevende macht
dezer volkskunstenaars vervuld.
Waarlijk, deze onbekende houtsnijders zijn
in hun diepste wezen na verwant aan de
Middeleeuwsche meesters, die hun fantasie
vrij spel lieten bij het snijden der koppen in
de banken der kanunniken.
De vorm van den stok en de toevallige on
effenheden gaven vaak aanleiding tot me
nige verrassende vondst: bij de menschen-
koppen een opgewekt-glimmenden neus als
de snavel van een vogel, of een donkere
baard als een tros neergestreken bijen; bij
de diergestalten het waakzame achteromzien
van een sierlijken vogel of de roekelooze
sprong van een jachthond. De langgerekte
vorm leende zich bij uitstek voor het aan
brengen van een, zjch om den stok kronke
lende slang, soms met een appel in den bek
als herinnering aan den Zondeval.
Niet alleen hout werd als materiaal voor de
wandelstokken gebruikt: knop en punt ziet
men wel uit been of ivoor gesneden en zelfs
kent men stokken van glas geblazen.
Men heeft ook op vele wijzen gebruik ge
maakt van de mogelijkheid om den stok uit te
88