M eer dan welk werktuig ook is de stok het
verlengstuk van de hand: een metgezel, die
steun geeft bij de moeizame wandeling in
het heuvelland en door de zandverstuiving,
die voorzichtig tast naar den beganen weg
langs de rietpollen in het moeras, maar die
bovenal de helper in het gevecht is. Toen het
land nog onveilig werd gemaakt door deser
teurs en zwartmakers roovers met zwart
gemaakte gezichten was zoo'n knoestige
knuppel in de hand van een stevigen boer een
geducht wapen.
HOOFDSTUK XI
STOKKEN
Een sprekend voorbeeld hiervan geeft de ge
tuigenis van de vinding van het nog te Rethy
vereerde beeld van Maria ter Sneeuw. De
vinder Willem Verrijt werd dicht bij Chaam
op de heide door twee met snaphanen gewa
pende roovers aangevallen. Terwijl hij met
zijn linkerhand den loop van den snaphaan
van den eenen roover beetgreep, sloeg hij met
zijn knuppel den anderen man neer. De eer
ste baanstrooper had intusschen zijn snap
haan losgerukt en wilde Verrijt neerschieten,
maar het geweer ketste, zoodat hij ijlings de
83