Groeneveld en het Baarnsche bosch zijn buitens. De
Utrechtsche rand, de Veluwezoom, het fraaie afwisse
lende gebied van Putten naar Hattem en van Hattem
naar Dieren, de Achterhoek overal is het mooiste
bosch steeds weer het bosch van de buitenplaats; de
mooiste laan is de Middachter Allee, de mooiste eik van
Nederland staat bij het kasteel Verwolde. Het open
polderland is op zijn fraaist, waar het grenst aan den
zoom van buitens langs Vecht en Amstel, of waar, zoo
als bij Warmond, het zware geboomte van het park als
een schiereiland naar voren komt.
De „natuurlijkheid" waar wij thans van genieten,
bestaat, vooral in het Westen van ons land, voor meer
dan de helft uit de overblijfselen van de zorgvuldige
kunstmatigheid van onze vaderen. In het midden
en Oosten zijn het de buitenplaatsen die het fraaiste
bosch hebben bewaard, en hun bezit zooveel moge
lijk hebben beschermd tegen de ontginningszucht.
Welk een moed om op zóó groote schaal bosch en
park aan te leggenNog steeds parasiteeren wij er op,
door er lanen in te hakken en een villapark ervan te
maken, of door ze op te koopen en met veel ophef toe
te voegen aan een stedelijk parksysteem of aan onze
„natuurmonumenten". Thans leggen wij hier en daar
een stadspark aanhet Amsterdamsche bosch met z'n
900 hectaren is in onze oogen een wonder van schep
pingskracht. In de 18e eeuw was onze stad omgeven
door meer dan vierhonderd buitenplaatsen en buiten
tjes, die samen een veel grooter oppervlak besloegen.
Zoodoende was een particuliere groengordel aanwezig,
waar de geheele gezeten burgerij van profiteerde en
waar het „gemeene volk" langs en tusschen wandelde,
naar de maliebanen, kolfbanen, herbergen, kroegjes en
speeltuinen die overal verspreid lagen in de Diemer-
meer, de Plantage, langs de Boerenwetering, den
Amstel en den Haarlemmerweg.
In volgende hoofdstukken zal worden besproken hoe
6