veel pronk en opschik. Veel kenmerkender was de
watermachinede Vroede Vaderen van Zutphen gaven
in 1697 vergunning om door „seeckere machine eenig
water uyt de Barckel te trecken om daerdoor eenige
fontainen in den hoff van het huys de Voorst te doen
springhen". 't Was een wonderlijk geval, een houten
watertoren, met pompen die in werking gesteld werden
door een scheprad in den Berkel (fig. 15).
De Voorst, als één geheel ontworpen en uitgevoerd,
was meer een eenheid dan Zeist, het kasteeltje was
kleiner en domineerde daardoor minder dan de stugge
gesloten kolos. Toch was het onder de Nederlandsche
buitens een van de zeer groote, de lengteas meet twee
en een halve kilometer, de nog steeds beroemde Voor
ster Allee er bij gerekend. In de 19e eeuw werd het
gedeelte van de allee dicht bij het gebouw gesloopt, en
de omgevende sterrebosschen met de zeshoekige vijvers
werden vervangen door een landschappelijk park.
Leonard Springer herstelde weer het uitzicht van den
weg naar het kasteel, maar de laan is niet opnieuw
ingeplant.
Het tegenwoordige geslacht kent nauwelijks de vier-
39
Fig- 15-