Fig. 14. Broderies te Voorst.
gebouw, een palladiaansch eiland met „lofwerken" er
achter, aan den oostkant begrensd door loofgangen rond
om een grooten vijver met fontein, en met een mid
denlaan die zich vèr voortzet door de sterrebosschen,
tot over de tegenwoordige spoorbaan naar Vorden.
Evenals in Zeist zijn de lofwerken verdwenen, het
eiland met de open, zonnige Fransche tuinen is tot een
landschappelijk parkje gemaakt, de Voorster allee loopt
nu dood tegen den straatweg inplaats zich voort te zet
ten naar de poorten van het kasteel, zooals in 1697.
Maar nog treft ons de grootsche allure, de voornaam
heid van den geheelen opzet, de heerlijke ligging van
het huis op het knooppunt van de alleeën.
Marot en Roman zijn de kunstenaars die de Voorst
zóó volkomen harmonisch hebben ontworpen, dat
eeuwen van andere opvattingen de sfeer niet hebben
kunnen vernietigen. Hoe sterk zij beïnvloed waren door
den Franschen geest van de „konstige grond-lofwer
ken", blijkt wel uit fig. 14, het overzicht van den tuin
achter het kasteel. Deze open, zonnige vlakte, op den
achtergrond begrensd door loofgangen die een groote
fontein omsluiten is niet meer Nederiandsch, 't is te
38