Fig. 8 sche theekoepels. De doolhof (fig. 8) was steeds in zwang, als vermaak, vooral om er getweeën in te dolen een hof met duysent omme-wegen, Een hof, een lustig hof en konstig afgemaelt, Een hof, een listig hof, en daer een yeder dwaalt Een hof, een schoon prieel, daer alle tuynen bloeyen, Maer desalniettemin ook suure fruyten groeyen Een hof daer overal veel schoone rosen staen, Maar diese plucken wil, die vinter prikkels aen, Een hof een ront begryp, maer daer ook slimme treken Geduurig ommegaen en nimmermeer ontbreken, Een hof, een warrenet en daer men evenwel Het dolen niet en acht als voor een aerdig spel. Cats rijmelt er ruim twee bladzijden over vol, over den doolhof der kalverliefde. Maar in tegenstelling met 29 Doolhof Guntbi^stsirn

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 27