„regte vierkanten", van elkaar gescheiden door onder
ling gelijke lanen, elk vierkant bevattend een ander
type tuin, een doolhof of een stelsel van berceaux, een
omheinden boomgaard of een ommuurden moestuin.
De hoofdas van het gebouw heeft nog geen overheer-
schende beteekenis voor het tuinontwerp, doorzichten
in een serie achter elkander gelegen tuinruimten wor
den nog gevoeld als een ontoelaatbare aantasting van de
eenheid en beslotenheid van de tuinruimte, als een ver
storing van het geestelijk evenwicht. Zorgvliet, het
buiten van Jacob Cats, den onverstoorbaar evenwich-
tigen, den rijken burgerman die de burgerdeugd in
verzen verheerlijkt, is een voorbeeld van dezen stijl.
Omstreeks 1580 begint bij ons deze stijl van besloten
vierkanten, de renaissance, zich los te maken uit de
boerschheid van de laat middeleeuwsche tuinen. Om
streeks 1640 heeft dan de perspectief het gewonnen:
het Nederlandsche barokpark is ontstaan, waarschijn
lijk wel onder invloed van de werken van de Franschen
Mollet en Boyceau de la Baraudière. Daar deze nieuwe
stijlvorm samenvalt met de periode van onze grootste
welvaart heeft in Nederland, waar de uitzichten in het
polderland en over het water algemeen in den smaak
vielen, het barokpark zich sterk ontplooid en het tot
een zelfstandige ontwikkeling gebracht, die duidelijk
de Engelsche parken heeft beïnvloed.
Eerst omstreeks 1700, toen in Frankrijk het barok
park door den genialen tuinarchitect Le Nötre en den
architect Mansart tot een volkomen uitdrukking van
de absolute monarchie was gemaakt, kon Nederland
zich aan deze voorbeelden ook niet meer onttrekken.
Steeds bleef de Nederlandsche gezelligheid echter in
het park bewaard. Slechts bij uitzondering werden de
afmetingen onmenschelijk, of ging de intimiteit ver
loren in pronkzucht en ostentatie. De tuin bleef woon
ruimte, ontvangsalet soms, waar thee werd gedronken
op een belommerde plaats of in een der typisch inheem-
28