opgeschooren heggen, groote grazige en andere lofwer ken, terrassen, ruime wateren met cierlyke uitgesnede kanten, watervallen, fonteinen, latwerken en andere cieraden welker onderhoud zeer kostelijk is, aengenaem voor het oog zijn. Maer dat is het alleen, daerentegen ontbeert men daerdoor overschaduwende wandelingen. In tegendeel kan men, onder het lommer van wel behandelde boomen een aengenaeme verquikkinge in hette, nevens een fraei gezigt genieten, daerenboven geven Ipen, Essen, Beuken en Eikenboomen, bejaerd zijnde, den eigenaer goed voordeel. Vlaktens van gras zijn in ons vlak, laeg, grazig land niet zoo voldoende aen het oog als in bergagtige landen, daer men van grazige weiden ontbloot is, gelijk ook kanalen en vijvers in ons land, dat van wateringen doorsneden is, niet zoo bevallig zijn. Om vele redenen meene ik, dat onze oude Landzae- ten van geldspillende cieraden (fonteinen, grotten, lat werken, enz.) hebben afgezien. Zoo men des niet tegen- staende aen de hedendaegse grootse manier wil deel hebben, dan zal men geen meer lofwerken, kanaelen, vijvers, terrassen, fonteinen, watervallen, grotten en latwerken op zijne vermaekplaets brengen, als om aen de mode te voldoen, wanneer ook de schikkingen geen kleinigheden moeten vertoonen, maar van groote par tijen zijn. Wat nu ten aenzien van eene goede schikkinge be hoorde in agt genomen te worden, zal ik beknoptelijk tragten na te vorssen. Dus komt mij voor dat men alles, 't geen het gezigt meest kan verlustigen en aen het lichaem door gaende- rijen (op wandelingen) verquikkinge geven, het naeste aen het huis moet schikken en in tegendeel alles dat het oog minst verlustigt, afgelegenst brengen. Men moet ook alles zodanig schikken dat de gezigten in verlenginge en zoo min doenlijk in verkortinge voor komen (fig. 6). 20

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 18